Niet geheel per ongeluk zijn we in Canillas de Aceituno beland. Onze lieve vrienden Jan & Marita (en hond Guus) hebben sinds vorig jaar hun droom waargemaakt en wonen nu permanent in hun prachtige huis op de berg met uitzicht op het meer. Je waant je met dat uitzicht in een schilderij als je op het terras zit. Hemelsbreed ‘wonen’ we in Spanje niet ver van elkaar af, zeg zo’n 3,5 kilometer (met de auto slinger je er in 8,6 km heen).
De mannen hadden het idee opgevat dat we dat maar eens moesten gaan wandelen. Want zeg nou zelf, wat is nu 3,5 km en we zijn toch wel een beetje avontuurlijk ingesteld? Dat hebben we geweten!
Op een zonnige zondagochtend in januari gaan we op pad. We duiken vanaf de Loma de Arriba naar beneden de diepe kloof in waar de Rio Almanchares stroomt. Stel je er niet te veel van voor, want het is een beekje. Maar dat betekent wel dat het heel groen is met veel vegetatie. We treffen er allerlei sinaasappel- en avocadobomen aan en plukken wat voor onderweg. We volgen nog een beetje een pad (wat weer naar boven richting dorp loopt), maar we proberen de route inderdaad hemelsbreed te pakken, dus blijven we diep in de kloof en maken we onze eigen route. Het wordt een klim- en klauterpartij. Daar waar Guus ons de weg probeert te wijzen en de geitenpaadjes volgt, hangen wij regelmatig vast in stekelige bosjes en vraagt het wel enige souplesse en lenigheid om 10 meter verder te komen. Of nemen we de verkeerde beslissing en eindigen we op een steile rotswand waar we toch echt niet verder kunnen. Dan banen we ons weer 25 minuten terug door het struikgewas naar waar we de verkeerde “afslag” hebben genomen. Teruggaan naar ons huis is geen optie, we ploeteren door.
![]() |
![]() |
We nemen uiteraard onze pauzes en zitten heerlijk in het zonnetje te genieten van de prachtige ruwe natuur om ons heen. Je komt verrassende dingen tegen onderweg. Een achtergelaten motor, waarbij je denkt “wat zal de man gedacht hebben…..moet ik dat hele pokke end weer naar boven lopen?!?” Maar hoe komt hij daar überhaupt met die motor?! Of een waanzinnige ruïne, half in de berg gebouwd waar je nog duidelijk de contouren ziet van hoe men daar gewoond moet hebben. Wederom vraag je je af “hoe kwam je hier?”
![]() |
![]() |
Na een paar uur vinden we een irrigatiegoot wat de weg naar boven een stukje vergemakkelijkt. Af en toe balancerend op het smalle randje vinden we onze weg weer naar de “bewoonde” wereld. Afijn, 5,5 uur later zitten we sprakeloos op het terras naar dat mooie uitzicht te kijken. We konden geen “pap” meer zeggen. Zelfs Guus ploft neer met z’n tong op z’n knieën.
Drie-en-een-halve kilometer in vijf-en-een-halve uur. Wat een avontuur!
Er zijn al weer snode plannen in de maak om ‘m andersom te lopen, via een andere route. Ach, daar draaien we onze hand nu niet meer voor om en de natuur verveelt nooit!